Ik interviewde schrijver Martin Koot (55) over het boek dat hij schreef over de (levenslange) gevolgen van het seksueel misbruik in zijn jeugd.

Nieuwegeiner Martin Koot schrijft boek over zijn leven na seksueel misbruik

“Ik heb het verwerkt, maar er een levenslang litteken aan overgehouden”

In zijn boek ‘Boreling’ vertelt de Nieuwegeinse schrijver en publicist Martin Koot (55) over het seksueel misbruik in zijn jeugd en de gevolgen daarvan voor zijn latere leven. Een ‘anti-wegkijkboek’ noemt hij het. “Iedereen keek destijds weg. En dat gebeurt nog steeds. Maar we mogen het kinderen die in de knel zitten niet aandoen om weg te kijken.”

 

Martin Koot: “We mogen niet meer wegkijken” Foto: Johan Nebbeling

Een mollig jongetje met bril was hij. Sociaal onhandig, niet goed in sport en het gedoodverfde mikpunt voor pesterijen door klasgenoten. Bij zijn eigen familie in De Meern voelde hij zich niet gezien. Diep en diep eenzaam snakte hij naar contact. Dus toen zijn meester zich zijn lot leek aan te trekken en hem bij zich thuis uitnodigde, ging hij daar gretig op in. Eindelijk iemand die hem zag staan! Tot de meester hem thuis seksueel misbruikte en hem daarmee een levenslang geestelijk litteken bezorgde.

“Ik heb dat misbruik uiteindelijk wel verwerkt”, zegt Koot. “Maar het is heel bepalend geweest voor mijn verdere leven. Altijd argwaan naar de motieven van anderen, weinig vertrouwen in andere mensen en in mijzelf. Daar werd ik me pas echt van bewust toen mijn huwelijk stukliep en ik weer die eenzaamheid van vroeger voelde.”

 

Vechtscheiding

De scheiding liep uit op een vechtscheiding avant la lettre, met de kinderen als pionnen. In zijn boek doet hij uitgebreid verslag van die onverkwikkelijke strijd. “Ik was volkomen verbijsterd over waarin ik terecht was gekomen, maar had er geen grip op. De schuldvraag laat ik in het midden, want ik heb er zelf ook een rol in gehad. Maar mijn kinderen hebben er erg onder geleden. Net als ik vroeger kwamen zij in de knel, maar op een andere manier. Dat doet me veel pijn, want zoals alle ouders heb ik altijd alleen maar het allerbeste voor hen gewild. Mijn relatie met hen is gelukkig goed gebleven. ‘Het was jouw schuld niet, pap’, zeggen ze nu. De oudsten wonen op zichzelf, de jongsten wonen bij mij en mijn tweede echtgenote. We vormen een mooi samengesteld gezin. Daar ben ik heel dankbaar voor.”

Het was zijn dochter die hem aanspoorde om zijn levensverhaal op te schrijven. Op een warme augustusdag in 2017 klapte hij zijn laptop open en begon, ‘in een flow’, te tikken. Zeven jaar later ligt er zijn eerste boek, ‘Boreling, echo’s van een gebroken jeugd’.

 

Leesbaarheid

‘Literaire non-fictie’ noemt hij zijn boek. “Het is absoluut mijn levensverhaal, maar hier en daar wel geromantiseerd. Ik heb gebeurtenissen samengevoegd uit het oogpunt van leesbaarheid en soms de werkelijke gang van zaken wat aangepast om met name mijn kinderen uit de wind te houden. Over het misbruik zelf ben ik terughoudend omdat ik daar niet teveel de nadruk op wil leggen. Het gaat mij ook niet alleen om seksueel misbruikte kinderen, maar om alle kinderen die op zeker moment in de knel komen.”

Het schrijven van het boek heeft voor hem therapeutische waarde gehad. “Het heeft me zeker geholpen om dingen te verwerken.” Maar hij hoopt vooral dat zijn boek de lezers aan het denken zet. Want voor kinderen die misbruikt of anderszins mishandeld worden, is de rol van de omgeving allesbepalend,  zegt Koot. “Dus als je vermoedens hebt, overleg dan met Veilig Thuis, daar zijn ze voor. Zie de signalen en luister oprecht naar wat slachtoffers, soms tussen de regels door, vertellen. Misbruik of geestelijke of lichamelijke mishandeling aan de orde stellen is moeilijk en ongemakkelijk, zeker als het om familie, vrienden of buren gaat. Maar wegkijken kan en mag niet. Dat verdienen de slachtoffers niet.”

Boreling, echo’s van een gebroken jeugd; Martin Koot; ISBN 9789493272705; uitgeverij Lucht; € 22,99.

 

Johan en zijn zakenpartner Marjel kochten een kasteel. Notaris Sjirk zorgde dat alles in kannen en kruiken kwam. Voor NM schreef ik er dit artikel over.

 

Voor Daadkracht, het cliëntenmagazine van Werk en Inkomen Lekstroom, interviewde en fotografeerde ik Mari, die na jarenlang inactiviteit een baan vond bij de kringloopwinkel van Stichting

Welkom in IJsselstein waar ze het daar ontzettend naar haar zin heeft.

Voor het huis-aan-huisblad Het Kontakt/De Molenkruier maak ik wekelijks een rubriekje over wat mij opvalt in Nieuwegein. Wordt goed gelezen en is heel leuk om te doen.

 

Nu de woningmarkt vrijwel tot stilstand is gekomen, is ook het aantal hypotheek- en overdrachtsaktes drastisch gedaald. Notariskantoren lijden daardoor omzetverlies. Maar er zijn ook lichtpuntjes. Ik schreef over deze problematiek voor Notariaat Magazine.

 

Voor familiebedrijven heb ik een zwak. Rollecate, producent van geveldelen en kozijnen, is zo’n familiebedrijf. Voor Cobouw maakte ik een portret van dit bedrijf.

 

‘Force majeur’ dwingt gevelbouwer tot aanpassingen

Na fusie en herstructurering is Rollecate klaar voor de toekomst

 

Jos Mulkens en Eline Roo. Foto: Johan Nebbeling

Hoge (brandstof)prijzen, materiaaltekorten en algehele malaise: net als de rest van de bouwsector kreeg gevelbouwer Rollecate, die dit jaar het zeventigjarig bestaan viert, er in 2022 mee te maken. “Het was force majeur die ons dwong om na te denken over onze toekomst”, zegt algemeen directeur Jos Mulkens. Dat denkproces leidde tot een fusie en een nieuwe bedrijfsstructuur.

 

Mulkens, met 35 jaar ervaring in tal van leidinggevende functies in de bouwwereld, nam anderhalf jaar geleden het roer over bij Rollecate. Hij kon meteen vol aan de bak. “Door de oorlog in Oekraïne en de naweeën van de corona-epidemie werden we geconfronteerd met omstandigheden die we nog niet eerder hadden meegemaakt. Vanuit de aandeelhouders en de raad van commissarissen  kwam de vraag: hoe gaan we in de toekomst om met dit soort onvoorziene omstandigheden? Met andere woorden: hoe maken we ons bedrijf toekomstbestendig?”

Om te beginnen door schaalvergroting, luidde het antwoord. Het trof daarbij dat het bedrijf uit Staphorst al sinds 2015 nauw samenwerkt met Kolf&Molijn uit Emmeloord, waar Mulkens twee jaar eerder als directeur was aangetreden. Waar Kolf&Molijn zich toelegt op gestandaardiseerde massaproductie van aluminium ramen en deuren voor de woning- en utiliteitsbouw, richt Rollecate zich met name op ‘speciale projecten’ in de gevelbouw. “We zijn daarin echt toonaangevend, met projecten die internationaal in het oog springen. Zoals de Zalmhaventoren in Rotterdam.”

 

Marktsegment

Rollecate en Kolf&Molijn vullen elkaar perfect aan, aldus Mulkens. “Ze bedienen grotendeels hetzelfde marktsegment en dezelfde doelgroep, maar met andere diensten en producten. Rollecate en Kolf&Molijn werkten al nauw samen. Een fusie was dus een logische stap. Dankzij die schaalvergroting kunnen we onze marktpositie verder versterken, kosten besparen door efficiënter te werken én onze leverbetrouwbaarheid vergroten. Het geeft ons ook een bredere basis: als het in de woningbouw minder gaat, kunnen we dat opvangen met onze speciale projecten.”

Het gefuseerde bedrijf gaat verder onder de naam Rollecate BV, dat zich met ongeveer 350 medewerkers en een jaaromzet van 90 miljoen euro het grootste gevelbouwbedrijf van Nederland mag noemen. Rollecate is een familiebedrijf waarvan alle aandelen nog steeds in handen zijn van de nazaten van ‘opa’ Roelof Roo, een van de drie oprichters. Een van die aandeelhouders is kleindochter Eline Roo, die als manager business development werkzaam is bij Rollecate.

 

Slingerende auto

Na een studie financieel management werkte ze bij een privat equity bedrijf en bij ING, voor ze – alsnog – toetrad tot het familiebedrijf. “Ik wilde dat nooit. Ik vond het verschrikkelijk als mijn vader vroeger langs projecten van Rollecate reed. ‘Kijk dat hebben we ook gemaakt’. En die auto maar slingeren. Maar bij ING miste ik het ondernemerschap en na een goed gesprek met mijn vader zag ik in dat ons mooie familiebedrijf veel kansen biedt. Nu rijd ik zelf graag langs onze projecten.”

Om beter in te kunnen spelen op de zich snel ontwikkelende bouwmarkt en efficiënter te kunnen produceren voerde Mulkens een nieuwe bedrijfsstructuur in, met vijf business units die zich richten op de verschillende delen van die markt: woningbouw, utiliteitsbouw, specials, staal en kleinzakelijke markt. “We wilden meer vanuit de klant gaan denken, dus van buiten naar binnen. Wat wil die klant en hoe kunnen we daar zo goed en kosteneffciënt mogelijk op inspelen? De businessunits hebben eigen accountmanagers die de contacten met de klanten onderhouden, maar bijvoorbeeld ook eigen calculatoren en andere specialisten. Daarmee kunnen we veel beter inspelen op het verschil in dynamiek tussen een relatief eenvoudig woningbouwproject en een echte special, zoals de Zalmhaventoren. Het is een vorm van specialisatie waarmee we onze efficiency enorm hebben verhoogd.”

 

Eén proces

Ook de interne processen werden gestroomlijnd. “We hebben nu één proces voor de hele organisatie, van de offerte tot en met de montage en de uitvoering. Dat was ook nodig, want de verschillende projectgroepen hanteerden vaak hun eigen werkwijzen, hun eigen manier van offreren en calculeren. Doordat er nu eenheid is in onze werkwijze, zijn we veel flexibeler.”

Punt van aandacht is nog wel het verschil in bedrijfscultuur tussen Rollecate en Kolf&Molijn. “Het is een verschil tussen rood en blauw. Letterlijk, want de huisstijl van Rollecate is blauw en die van Kolf&Molijn was rood. Beide bedrijven werkten al wel samen, maar er was toch onderlinge rivaliteit. Daar moeten we vanaf. We zijn één bedrijf met één cultuur en we doen het samen. Maar van alle facetten van een bedrijf is de cultuur het lastigst te beïnvloeden. Het duurt nog wel even voor we echt één bedrijfscultuur hebben.”

Hoe dan ook kan Rollecate door de herstructurering beter en sneller inspelen op de ontwikkelingen in de markt en de veranderende functie van de gevel. Mulkens: “De tijd dat een gevel bestond uit bakstenen en een raampje met een gordijntje ligt al lang achter ons. Een gevel is een essentieel onderdeel van het gebouw geworden, met tal van functies, zoals energiebesparing, koelen, verwarmen etc. Eigenlijk is de gevel een integraal onderdeel geworden van het totale gebouwensysteem. Mede daarom zitten wij als gevelbouwers tegenwoordig vaak al in het VO-stadium aan tafel met opdrachtgevers en andere partijen. We zijn een wezenlijk onderdeel van de hele keten.”

Daarbij, zegt Mulkens, stellen architecten steeds complexere eisen aan de gevel. “Robuuste betonnen structuren komen amper nog voor. Je ziet nu vooral grotere glasoppervlaktes en slankere dimensies. Die maken ons werk ook complexer en uitdagender, zowel in de engineering als in de productie.”

 

Maatwerk

Die productie vindt plaats in twee productieafdelingen: het maatwerk, de complexere gevelelementen voor de speciale projecten, wordt in de fabriek in Staphorst gemaakt. Het standaardwerk – kozijnen en deuren voor de woningbouw-  in een al even geautomatiseerde productiehal in Emmeloord. Rollecate heeft daarnaast een eigen staalfabriek in Hongarije (staal) en vestigingen in onder meer Dordrecht en Wormer.

Rollecate heeft een eigen engineeringafdeling in Nederland, maar ook een in de Indiase stad Bangalore. Die bestaat dit jaar tien jaar. “Mijn vader zag er kansen vanwege het grote aanbod van gekwalificeerde werknemers in India en de goede arbeidsmoraal. Het tekent het ondernemerschap dat Rollecate altijd heeft gekenmerkt dat hij het heeft aangedurfd om daar een vestiging te beginnen”, zegt Eline Roo, die naar verwachting over enkele jaren het stokje van Mulkens zal overnemen.

Hoe ziet zij de toekomst van Rollecate? “Duurzaamheid en circulariteit worden bepalend voor de hele bouwsector en dus worden dat ook voor ons key factors. We kunnen nu nog niet 100 procent circulair werken, maar daar streven we wel naar. Ik zie productielocaties voor me die veel verdergaand zijn gerobotiseerd en geautomatiseerd. Ook AI zal bij ons zijn intrede doen.”

Met circulair bouwen deed Rollecate overigens al ervaring op bij de bouw van de tijdelijke rechtbank in Amsterdam. “Die is zo ontworpen, dat hij na afloop van het proces makkelijk gedemonteerd kon worden. Wij leverden de demontabele gevel. De rechtbank is inmiddels gedemonteerd en ligt klaar om opnieuw opgebouwd te worden in Enschede.”

Duurzaamheid heeft wat Roo betreft ook betrekking op de medewerkers. “We willen goede mensen aantrekken én behouden door hen opleidingen, trainingen en carrièrekansen te bieden. Wie wil, moet kunnen doorgroeien. Dat is in het belang van onze mensen maar ook van het bedrijf.”

Wat in ieder geval niet zal veranderen: de trots op het bedrijf, die wordt gemaskeerd door nuchterheid en een ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’-houding. “Wij vinden het niet nodig om ons op de borst te slaan. We weten waar we staan: een gezond familiebedrijf met een solvabiliteit van 30 procent, dat investeringen uit eigen middelen betaalt en daarvoor geen bank nodig heeft. Bij ons gaat het niet om de cijfers, maar om het verhaal achter de cijfers. Ondernemerschap zit in ons DNA. Dat maakt ons sterk, ook in de toekomst. Wij zijn er voor de lange termijn.”

 

In het verleden speelden veel notarissen een belangrijke rol in het sociaal, maatschappelijk en cultureel leven. Voor Notariaat Magazine schreef ik het afgelopen jaar met veel plezier een serie van acht portretten van zulke notarissen. Deze maand verscheen de laatste aflevering van De erfenis van de notaris : Max Kolkman, notaris, maar ook en vooral politicus en minister van Financiën.

 

 

 

Eigenzinnige jongens zijn het, die van Nijhuis Bouw in Rijssen. De twee oprichters, de gebroeders Nijhuis, waren tientallen jaren wars van publiciteit. Nergens voor nodig. vonden ze. Na hun pensionering nam Robbert Wittmaekers de leiding van het bedrijf over. Hij vertelt wel graag over het bouwbedrijf waarvan hij sinds ruim een jaar algemeen directeur is. Ik interviewde en fotografeerde hem voor de Cobouw50-special 2023 (de vijftig  grootste bouwbedrijven van Nederland).

Voor Notariaat Magazine schreef ik een reportage over de gepensioneerde notarissen Dré Teeuwen en Peter van Dongen die elke maand een gratis notarisspreekuur houden in een wijkgebouwtje in Eindhoven. Het loopt storm.

 

Over het Odensehuis – een opvangplek voor mensen met beginnen dementie – schreef ik al eerder, o.a. in NRC. Nu, naar aanleiding van tijdelijke verhuizing en verbouwing, een artikel voor AD/UN.