Kaderrichtlijn Water: nieuwe crisis in de bouw

Werk
16 november 2022
Cobouw, 16/11/2022

Vijf vragen over de Kaderrichtlijn Water en de bouw

Foto: Johan Nebbeling

Terwijl de stikstofcrisis nog volop voortwoekert, dient zich alweer een nieuwe crisis aan: de watercrisis. Als Nederland in 2027 niet voldoet aan de Europese Kaderrichtlijn Water kunnen bouwprojecten worden geblokkeerd of stilgelegd. Vijf vragen over de Kaderrichtlijn Water.

1 Wat is de Kaderrichtlijn Water?
Een Europese wet uit 2000 (Richtlijn 2000/60EG), die verordonneert dat in 2027 de waterkwaliteit in alle Europese landen aan strenge eisen moet voldoen. Die eisen hebben betrekking op vervuiling, verdroging en onttrekking van water. De richtlijn betreft zowel oppervlaktewater als grondwater. Landen zijn verplicht de Kaderrichtlijn Water op te nemen in hun nationale wetgeving en moeten ervoor zorgen dat de door Europa aangewezen wateren voldoen aan de eisen. Europa is voor de richtlijn ingedeeld in verschillende stroomgebieden van rivieren van bron tot monding. In Nederland gaat het om de stroomgebieden van de Eems, de Rijn, de Schelde en de Maas.

2 Hoe is het gesteld met de waterkwaliteit in Nederland?
Niet best. Uit een recent onderzoek van advies- en ingenieursbureau Witteveen+Bos, in opdracht van Natuurmonumenten, blijkt dat op dit moment vrijwel geen enkel Nederlands waterlichaam aan de kwaliteitseisen voldoet, zegt Tom Kunzler van opdrachtgever Natuurmonumenten. “Door tal van maatregelen is de kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater beter geworden dan in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw het geval was. Met name de Rijn is veel schoner geworden doordat fabrieken in Duitsland hun chemisch afval niet meer ongezuiverd op de rivier lozen. Vooral tussen 2000 en 2010 is de waterkwaliteit in Nederland over de hele linie sterk verbeterd. Maar sindsdien is er eigenlijk amper verbetering opgetreden, vooral omdat we te maken hebben met nieuwe of meer intensieve vormen van vervuiling. Zoals de emissies van de industrie en met name de intensivering van de landbouw met gebruik van pesticiden en (kunst)mest. Ook is ons water vervuild door medicijnen en niet te vergeten PFAS, een reeks van honderden onbekende nieuwe chemische stoffen die schadelijk kunnen zijn voor mens en dier. Verder speelt de droogte van de afgelopen vijf jaar een rol. Hoe minder water, hoe hoger de concentraties vervuilende stoffen.”

Bij deze ontwikkeling past wel een kanttekening, aldus Simon Handgraaf, een in milieu- en omgevingsrecht gespecialiseerde jurist die heeft meegewerkt aan het onderzoek van Witteveen+Bos: “Nederland is het slechtste jongetje van de klas in Europa, maar dat komt mede doordat wij meer stoffen meten dan veel andere Europese landen. En als je meer meet, is het logisch dat je ook meer vervuilende stoffen aantreft. Aan de andere kant hanteren wij lagere normen dan veel andere landen, omdat Nederland veel wateren als kunstmatig of sterk veranderd heeft aangemerkt.”

3 Wat gebeurt er als Nederland eind 2027 niet voldoet aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water?
Om te beginnen, zegt jurist Handgraaf, kan en zal de Europese Commissie boetes en dwangsommen gaan opleggen. Het opleggen van dwangsommen van 5.000 tot 30.000 euro per dag en boetes tot tientallen miljoenen euro’s behoren tot het instrumentarium van de Europese Commissie om maatregelen af te dwingen.

Maar ook voor de samenleving, en met name de bouwsector, kunnen de gevolgen zeer ingrijpend zijn. Rond vooral grotere en binnenstedelijke bouwprojecten en infrastructurele projecten kunnen zich situaties gaan voordoen zoals die ook rond stikstof spelen: het weigeren of zelfs intrekken van al afgegeven vergunningen, waardoor bouwprojecten niet van de grond komen of moeten worden stilgelegd. Bijvoorbeeld omdat er geen grondwater mag worden onttrokken of omdat een bouwproject een negatieve invloed kan hebben op de waterkwaliteit van nabijgelegen rivieren, kanalen, meren, grachten, sloten en andere wateren.

Handgraaf acht de kans dat bouwprojecten geblokkeerd zullen worden, ‘heel reëel’. “Zoals met stikstof is gebeurd, zullen burgers en milieuorganisaties ook naar de rechter stappen om handhaving van de Europese regelgeving af te dwingen. Reken maar dat milieuactivist Johan Vollenbroek (die met rechtszaken de stikstofproblematiek op scherp zette – red.) zich al langs de zijlijn warm loopt.”

Hoe dan ook verwacht Handgraaf dat de problemen rond de Kaderrichtlijn Water een belemmering zullen vormen voor de enorme woningbouwopgave waar Nederland voor staat, maar ook voor de realisering van belangrijke infrastructurele projecten.

De impact daarvan is echter nog onduidelijk, omdat het onderzoek van Witteveen+Bos zich richt op de gevolgen voor de natuur en niet specifiek op de bouw. Op dit moment onderzoekt Witteveen+Bos in opdracht van Bouwend Nederland de gevolgen van de Kaderrichtlijn Water voor de bouwsector. De uitkomst van dat onderzoek wordt binnen enkele maanden verwacht.

4 Kan Nederland in 2027 überhaupt voldoen aan de voorwaarden van de Europese Kaderrichtlijn Water?
Dat is vrijwel uitgesloten, erkent ook minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat in antwoord op vragen van de Tweede Kamer. Binnen vijf jaar kunnen voldoen aan de eisen, vergt grote politieke en bestuurlijke inspanningen, meent onderzoekster Lianne Slagter van Witteveen+Bos. “De verantwoordelijkheden voor de waterkwaliteit- en kwantiteit zijn in ons land behoorlijk versnipperd. Soms bestaat er geen consensus over wie welke verantwoordelijkheid op zich hoort te nemen, en worden pijnlijke maar noodzakelijke maatregelen ten behoeve van de waterkwaliteit uitgesteld of niet genomen. Daarnaast hebben overheden te maken met het aanpakken van meerdere crisissen tegelijk, waardoor er niet altijd evenveel vaart gemaakt wordt met de stikstof- en waterproblematiek. Het rijk zou de regie moeten nemen zoals nu bij de stikstofproblematiek is gebeurd, maar doet dat nog onvoldoende. De waterdoelen zijn nog veel te zacht, terwijl er echt zeer ingrijpende maatregelen nodig zijn als het gaat om het terugdringen van de vervuiling en het tegengaan van de uitputting van met name het grondwater. Niet voor niets trekken ook de waterleidingbedrijven aan de bel: het is echt vijf voor twaalf. Om deze problematiek nog tijdig het hoofd te kunnen bieden, moeten er snel moeilijke beslissingen worden genomen.”

5 Dus wat nu?
Tja, zeg het maar. Nederland heeft tot eind 2027 om te voldoen aan de normen. Eigenlijk was 2015 de deadline, maar Nederland tweemaal uitstel aangevraagd. Na 2027 is nogmaals uitstel aanvragen niet meer mogelijk. De grootste problemen worden verwacht als Nederland na 2027 niet voldoet aan de normen, maar ook nu al kunnen er rechtszaken gevoerd worden wanneer het water verslechtert omdat er volgens de KRW een verbod op verslechtering bestaat. Maar voor de periode na 2027 kunnen grotere problemen ontstaan met Europese boetes en problemen met vergunningen, al denkt minister Harbers dat er als gevolg van de waterproblematiek ‘geen hele sectoren op slot zullen gaan’. Hij trekt ruim 800 miljoen euro uit voor het oplossen van de problemen. “Het besef dat er snel iets drastisch moet gebeuren begint langzaam in te dalen”, zegt Slagter.

Harbers verwacht niet dat Nederland in 2027 aan de voorwaarden voldoet, maar rekent op coulantie van Europa als Nederland kan aantonen dat het land wel heel erg zijn best doet. De Kaderrichtlijn biedt enkele uitzonderingsmogelijkheden, zoals het verlagen van de opgelegde doelstellingen, maar alleen onder zeer strikte voorwaarden, waarvan het volgens jurist Handgraaf zeer twijfelachtig is of Nederland daaraan zal kunnen voldoen.

“Bovendien”, zegt hij, “is Europa wel een beetje klaar met Nederland, dat altijd probeert onder Europese regelgeving uit te komen en tot het laatste moment weigert maatregelen te nemen. De watercrisis zoals die zich nu aandient, is daarvan het resultaat, zoals ook de stikstofcrisis het gevolg is van voortdurend wegkijken en uitstellen. Anders dan de stikstofcrisis, waarbij we ook te maken hebben met stikstofneerslag uit het buitenland, kunnen we bij de waterproblematiek veel minder naar het buitenland wijzen. Dit is echt een Nederlands probleem en we hebben twintig jaar de tijd gehad om er een oplossing voor te vinden. Dat hebben we verzuimd. Nu ruikt de Europese Commissie bloed.”

Naar homepage