Arbeiderszelfbestuur

Werk
5 december 2022
De VDR Bouwgroep uit Deventer laat zich met geen ander bouwbedrijf vergelijken. Met alle aandelen in handen van een stichting die wordt beheerd door de medewerkers, kent VDR een vorm van arbeiderszelfbestuur. Met dank aan de legendarische naamgever en vernieuwer, Piet van de Raadt. Hij introduceerde ook de gestandaardiseerde systeembouw in Nederland, nog steeds de kern van het businessmodel van VDR.
VDR Bouwgroep is nog altijd een systeembouwer met hart en ziel
Foto: Guido Benschop

Piet van de Raadt is bij VDR nog alomtegenwoordig. In de hal van het VDR-kantoor staat zijn borstbeeld. Aan de muur hangt zijn beeltenis met daaronder een beschrijving van zijn vele verdiensten. En in de personeelskantine valt een houten kammetje te bewonderen van het type dat Van de Raadt tijdens de oorlogsjaren als broodwinning uitsneed en verkocht. “Piet van de Raadt was een visionaire ondernemer”, zegt Luc Baltus, directeur van VDR. “Hij was innovatief en commercieel sterk, maar zag het ondernemerschap ook als maatschappelijke opdracht. Van de Raadt was een vriend en geestverwant van PvdA-leider Joop den Uyl, die arbeiderszelfbestuur propageerde. Onze bedrijfsstructuur weerspiegelt in zekere zin die opvatting.”

Van de Raadt kreeg in 1953 het roer in handen bij het kleine aannemersbedrijf dat in 1902 was opgericht door de Deventer timmerman Jan Berends. Onder zijn bezielende leiding transformeerde het bedrijf – omgedoopt tot Metabouw – tot een succesvolle bouwonderneming waar continuïteit belangrijker is dan winst op korte termijn, en werkplezier, ambitie en verantwoordelijkheidsgevoel voor mens en omgeving voorop staan. Toen hij in 1983 afscheid nam, bracht eigenaar Van de Raadt zijn aandelen onder in een stichting die wordt bestuurd door zes gekozen personeelsleden, de voorzitter van de Raad van Commissarissen en de algemeen directeur. De aandelen kunnen nooit in andere handen overgaan.

Zeventig procent van de winst wordt niet uitgekeerd, maar blijft binnen het bedrijf. De rest komt toe aan de werknemers in de vorm van winstgratificaties. Tien procent gaat naar het eigen Fonds Duurzame Inzetbaarheid van VDR, dat erop is gericht werknemers gezond en inzetbaar te houden. Met financiële steun van het Fonds kunnen ze bijvoorbeeld hun zwangerschaps- of ouderverlof verlengen of een opleiding volgen waarmee ze hun inzetbaarheid kunnen vergroten.

Specialisatie

De andere erfenis van Van de Raadt is een vergaande specialisatie gebaseerd op industriële bouwmethoden. VDR richt zich louter op het ontwikkelen en bouwen van industriële bedrijfshuisvesting, van distributiecentra tot hightech vrieshuizen. Met succes. Het bedrijf leverde de afgelopen jaren overal in Nederland grote logistieke panden op voor onder meer Aviko, Wasco en Goodman. De omzet bedroeg in 2021 75 miljoen euro, de winst 3,5 miljoen euro. Het eigen vermogen van VDR is inmiddels ruim 33 miljoen euro groot.

Baltus: “Van de Raadt huldigde de opvatting dat áls je in de bouw geld wilt verdienen, je dat het beste lukt door zoveel mogelijk te standaardiseren. Dat doen we nog steeds. De systeembouw die Van de Raadt in de jaren zestig in Nederland introduceerde met Metabouw vraagt veel puzzel- en denkwerk vooraf. Maar het maakt van de bouwplaats een assemblageplaats, waar een pand relatief snel kan worden opgetrokken. Omdat wij zo vergaand zijn gespecialiseerd, zijn we heel goed geworden in wat we doen.”

Problemen

VDR raakte rond 2007 in grote financiële problemen. Het gevolg, aldus Baltus, van verkeerde inschattingen gecombineerd met de economische crisis. “Het ging zo slecht dat we door gebrek aan liquiditeiten op het punt van een faillissement stonden. In de loop der jaren was de strikte koers die Van de Raadt had uitgezet verwaterd. We waren als bedrijf te veel uitgedijd omdat we veel zelf waren gaan doen.”

Door ons te richten op onze kerntaken kwamen we weer back in business

Door een ingreep van de Raad van Commissarissen werd de toenmalige directeur vervangen door Baltus, die al als projectleider bij de VDR werkte. “We hebben een plan gemaakt waarmee we konden terugkeren naar onze corebusiness. We hebben in hoog tempo een snelle, maar grote reorganisatie doorgevoerd en onder meer ons installatiebedrijf afgestoten. Dat was een moeilijke, pijnlijke periode. In 2007 telden we nog 219 medewerkers, drie jaar later 45. We hielden alleen het bouwbedrijf over. Door ons alleen nog te richten te richten op onze kerntaken kwamen we geleidelijk weer back in business.”

Sindsdien besteedt VDR alle niet-corebusinesstaken uit aan een stuk of drie vaste, strategische partners. “Zij hebben de deskundigheid die we zelf niet in huis hebben en hoeven hebben. Uitwisselbare arbeid, zoals de assemblage van de gebouwen, besteden we eveneens uit. Dat is bij ons niet anders dan bij ieder modern bouwbedrijf. Maar wij zijn absoluut geen prijskopers en hechten aan loyaliteit en trouw. Dat heeft als groot voordeel dat we bij onvoorziene omstandigheden met elkaar zoeken naar de beste oplossing, in plaats van met contracten en boeteclausules te gaan zwaaien. Zo leren we veel van elkaar, wat zich bij een volgend project weer uitbetaalt.”

Hoewel voor ieder gebouw een nieuw ontwerp wordt gemaakt, afhankelijk van de wensen van de opdrachtgever, past VDR zoveel mogelijk gestandaardiseerde componenten toe. “Hét grote voordeel daarvan is dat we met beproefde technieken en materialen werken, die zich in de loop der jaren hebben bewezen.”
Hoogstaande architectuur levert dat zelden op, erkent Baltus, maar dat is ook niet waar opdrachtgevers om vragen. “Zij willen vooral een optimaal ingericht, functioneel gebouw dat snel kan worden neergezet. Ik begrijp de kritiek op al die distributiedozendie overal in het land verrijzen, maar dat is inherent aan hoe wij onze economie hebben ingericht. Consumenten willen hun internetbestelling allemaal de volgende dag in huis hebben en daarvoor heb je nu eenmaal distributiecentra nodig.”

Jaren zestig

Daarbij: die distributiecentra worden niet neergezet voor de eeuwigheid. “Ze hebben meestal een economische levensduur van naar schatting maximaal dertig jaar. Tegen die tijd zijn ze technisch misschien nog in goede staat – er staan nog Metabouwpanden uit de jaren zestig – maar zijn ze ingehaald door de zich steeds ontwikkelende eisen op het gebied van energie, bouwkwaliteit en logistiek.”

Circulariteit, hergebruik van materialen en grondstoffen, is voor VDR vanouds bijna een vanzelfsprekendheid. “Wij ontwerpen en bouwen onze gebouwen zodanig dat ze aan het einde van hun levensduur makkelijk kunnen worden gedemonteerd. De gebruikte materialen kunnen vervolgens grotendeels elders worden hergebruikt. Door vooraf vast te leggen wat er aan het eind van de gebruiksduur van het pand met alle toegepaste materialen gebeurt, voorkom je afval en koop je bewust materialen in met een lage milieu-impact.”

Deze bouwmethodiek heeft eind 2018 vorm gekregen in Nexteria, een afdeling waar veelal jonge medewerkers zich bezighouden met het ontwikkelen van processen en technieken op het gebied van duurzaamheid en circulariteit. “Jongeren zijn daar heel sterk in, heb ik gemerkt. Ik ben vaak verrast over de ideeën waarmee ze komen. De kennis die we opgedaan hebben met een pilot-gebouw op ons eigen terrein, passen we nu toe in het grootste aantoonbaar circulaire distributiecentrum van Nederland. Dat ruim 40.000 m2 grote pand van Bleckmann wordt maart 2023 in Almelo opgeleverd.

Betrokkenheid

De medewerkers vormen het belangrijkste kapitaal van VDR, benadrukt Baltus. “Het bedrijf moet het hebben van hun betrokkenheid en inzet. We laten ons leiden door de opvatting van mijnheer Van de Raadt: ‘Als het bedrijf goed voor de mensen zorgt, zorgen de mensen goed voor het bedrijf’. Dat weten en waarderen onze medewerkers. Veel mensen werken al tientallen jaren bij ons. We hebben veel lange jubilea.”

We zijn absoluut geen prijskopers en hechten aan loyaliteit en trouw

Voor bouwleerlingen heeft VDR een eigen opleidingsprogramma. “Ons werk is gestandaardiseerd en daardoor niet altijd de meest geschikte opleidingsplek. Als leerling krijg je niet altijd te maken met alle aspecten van je vak. Daarom zoeken we projecten waar leerlingen brede ervaring kunnen opdoen. Zo verbouwen ze in Deventer een pand tot een klein appartementencomplex. Het mooie is: als het straks klaar is, kunnen ze er zelf gaan wonen.”

Baltus (57) is voorlopig nog niet van plan zijn werkzaamheden neer te leggen. Daarvoor heeft hij nog te veel plezier in zijn werk. Maar hij bereidt al wel een nieuwe generatie voor om straks de leiding in handen te nemen. “Onze jonge garde vormt samen Jong VDR. Ze hebben een visieplan gemaakt waarin ze onderzoeken hoe de wereld er in 2040 uit zou kunnen zien en wat de rol en positie van VDR daarin zou kunnen zijn. Voor mij, die inmiddels tot de oudere generaties behoort, is dat heel inspirerend. Het geeft me vertrouwen dat het wel goed zit met continuïteit van VDR.”

Naar homepage