Interview met staartje

Blog
22 februari 2021

De redactie van AD Magazine vroeg mij of ik Marcel van Roosmalen wilde interviewen, omdat hij (weer) een boek over zijn dementerende moeder had geschreven.  Marcel van Roosmalen is een journalist en columnist die afzeiken als businessmodel hanteert. Ik had dus niet zo’n zin in dat interview, maar Marcel van Roosmalen bleek best een aardige vent. Het interview kreeg nog wel een staartje.

De uitgever van Marcel van Roosmalen stuurde me een pdf van zijn nieuwe boek en zelf kocht ik het boek dat hij eerder over zijn moeder had geschreven. Ik vond het goed geschreven, vaak grappige, maar ook behoorlijk genadeloze boeken. Laat ik het zo zeggen: ik zou er niet blij mee zijn als een van mijn kinderen mijn geestelijke aftakeling zo onbarmhartig de wereld in zou slingeren.

Ik maakte via de contactpersoon van zijn uitgever een afspraak voor een interview en begaf me naar Wormer, waar Marcel van Roosmalen met zijn vriendin Eva Hoeke en hun twee kinderen woont in een ruim vrijstaand huis. Of ik corona had, vroeg Marcel van Roosmalen me toen ik had aangebeld. Maar dat had ik niet, dus ik mocht binnenkomen.

Grappig

Marcel van Roosmalen viel mij heel erg mee. Ik vond het eigenlijk best een aardige vent. Cynisch, dat wel, maar dat leek me vooral een kwestie van beroepsdeformatie. Hij was grappig en slim. Wat mij in het bijzonder voor hem innam, was de ontspannen omgang met zijn twee in identieke gele jurkjes gestoken dochtertjes. Marcel van Roosmalen leek mij een lieve vader.

Er was een grappig moment toen het oudste dochtertje van Marcel van Roosmalen vanuit het niets zei dat ik op Dolfje Weerwolfje leek. Ik kon het niet zo snel plaatsen, maar toen ik Dolfje Weerwolfje thuis opzocht, bleek de gelijkenis, mede dankzij mijn grijze coronacoupe, treffend. Mijn eigen – volwassen – kinderen kwamen niet meer bij toen ik dat vertelde en stuurden me op de familieapp plaatjes van Dolfje Weerwolfje.

Ik had een goed gesprek met Marcel van Roosmalen van iets minder dan anderhalf uur. Na het interview nam ik in goede harmonie afscheid van Marcel van Roosmalen. Ik beloofde hem de concepttekst ter fiattering toe te sturen. Marcel van Roosmalen beloofde snel te reageren.

Artikel

Op basis van mijn aantekeningen schreef ik mijn artikel van circa 1500 woorden. Quote-unquote, zoals de redactie me had gevraagd. Ik mailde Marcel van Roosmalen de concepttekst, maar kreeg geen reactie. Omdat ik achteraf beslist geen gedoe wilde over de tekst, stuurde ik het concept een paar dagen later nogmaals naar Marcel van Roosmalen én naar de contactpersoon van zijn uitgever.

Ik kreeg een mailtje terug van de contactpersoon van de uitgever met in rood de correcties. Er stonden drie feitelijke onjuistheden in het verhaal:

  1. Ik had de volgorde van verpleeghuizen waarin de moeder van Marcel van Roosmalen had gezeten door elkaar gehaald
  2. Zijn moeder bleek geen logopediste te zijn geweest op een school in Velp, maar in Didam
  3. De vader van Marcel van Roosmalen had niet als rivierenspecialist de Eerste Kamer toegesproken. Dit had ik kennelijk echt helemaal verkeerd begrepen.

Uiteraard heb ik die feitelijke onjuistheden gecorrigeerd. Ik had ervoor gekozen om aantekeningen te maken en geen opnameapparatuur te gebruiken, omdat dat me meer vrijheid zou geven in de uitwerking van het verhaal. De keerzijde van die manier van werken is dat je sneller fouten maakt. Dan moet je, vind ik, ook niet moeilijk doen over correcties, zeker niet als het om feitelijke onjuistheden gaat. Op deze manier heb ik in de loop der jaren honderden interviews en reportages gemaakt.

Formuleringen

De overige correcties betroffen formuleringen die Marcel van Roosmalen graag anders of weggehaald wilde zien. Hoewel Marcel van Roosmalen veel van die uitspraken toch echt had gedaan zoals ik ze in het conceptverhaal had opgetekend, heb ik de meeste aan zijn wensen aangepast. Ik geef een geïnterviewde graag die ruimte, omdat ik het belangrijk vind dat hij of zij zich senang voelt bij het artikel dat honderdduizenden mensen zullen lezen. En vaak wordt een verhaal er ook gewoon beter van.

Ik stuurde Marcel van Roosmalen en de contactpersoon van zijn uitgever de proeven van de opgemaakte pagina’s toe met het verzoek bij de foto’s van zijn familie bijschriften te leveren. Via de contactpersoon van zijn uitgever kreeg ik die. Van Marcel van Roosmalen ontving ik op de valreep toch nog een mailtje. Hij wilde graag dat een streamer ( ‘Mijn ouders waren lieve mensen maar een warm en hecht gezin zijn we nooit geweest’) zou worden verwijderd ‘wegens onzin’. Ik overlegde daarover met de betreffende eindredacteur, maar die besloot de streamer te laten staan omdat dezelfde passage ook in de tekst stond. Ik had een goed gevoel over het artikel. Volgens mij gaf het mijn gesprek met Marcel van Roosmalen goed weer. En omdat de correcties van de contactpersoon van zijn uitgever nauwgezet waren verwerkt, meende ik ervan uit te kunnen gaan dat Marcel van Roosmalen ook best tevreden was over het eindresultaat.

Schijtkrant

Het artikel verscheen op zaterdag in AD Magazine. Kort daarna verscheen het ook online, maar met een andere kop. Een dag later attendeerde de eindredacteur van AD Magazine me erop dat Marcel van Roosmalen op Twitter zijn ongenoegen had geuit. Ook zijn vriendin Eva Hoeke trok op Twitter fel van leer tegen ‘die schijtkrant’.

En niet alleen tegen het AD, ook tegen mij. “Wat hij over jou zegt, kan gewoon niet”, vond de eindredacteur. Toen ik las wat Marcel van Roosmalen en zijn vriendin Eva Hoeke hadden getweet, was ik het met hem eens. Marcel van Roosmalen had mij verteld dat hij net als zijn moeder de waarheid makkelijk naar zijn hand zette. Ik begreep nu wat hij daarmee bedoelde. En, afgaande op wat Eva Hoeke te melden had, was dat ‘de waarheid naar je hand zetten’ besmettelijk.

Ik kon de bezwaren van Marcel van Roosmalen tegen die kop boven het online-artikel wel begrijpen. Die was ronduit ongenuanceerd. Met als gevolg dat Marcel van Roosmalen op de sociale media werd afgemaakt door mensen die overigens noch het artikel noch zijn boek hadden gelezen.

Maar waarom betrok Marcel van Roosmalen mij daarbij? Waarom verweten hij en zijn vriendin Eva Hoeke mij dat ik aantekeningen had gemaakt in plaats van een opname-apparaat gebruikt? Een nogal curieus verwijt ook voor een journalist die er in zijn tijd bij een opinieblad prat op ging dat hij cassettebandjes met interviewopnamen met opzet versjteerde omdat hij liever zijn eigen verhaal schreef. En Marcel van Roosmalen en zijn vriendin Eva Hoeke wisten als journalisten toch ook dat een kop boven een artikel meestal niet door de schrijver wordt gemaakt?

Trouwens, wat had Eva Hoeke, die ik niet had gezien of gesproken omdat ze tijdens het interview niet thuis was, er eigenlijk mee te maken? Waarom betoonde ze zich – in haar columns het kekke, zelfstandige vrouwtje naast ‘man’ – nu opeens de Hollandse versie van Tammy ‘Stand by your man’ Wynette?

Ook nu weer reageerden mensen die overduidelijk noch het artikel noch het boek hadden gelezen massaal op de tweets van Marcel van Roosmalen en Eva Hoeke. De algemene teneur van die reacties was dat het schandelijk was wat het AD had gedaan en dat die journalist een grote prutser was.

Ik besloot niet op de aantijgingen te reageren. Als Marcel van Roosmalen en zijn vriendin Eva Hoeke steun zochten bij dezelfde hongerige, hologige, kwijlende halfmenselijke Twittermeute die Marcel van Roosmalen een dag eerder had opgevreten, moesten ze dat zelf maar weten. Mijn ding was het niet.

Maar ik was wel verbaasd over het staartje dat deze door mij naar eer en geweten uitgevoerde opdracht had gekregen door het toedoen van Marcel van Roosmalen en zijn vriendin Eva Hoeke. Ik vond het erg tegenvallen van Marcel van Roosmalen en Eva Hoeke dat ze zo wild om zich heen gingen slaan en daarbij hun pijlen op mij richtten.  En eigenlijk ook best een beetje laf.

 

Naar homepage