Afscheid van de Hedwige

Blog
28 oktober 2022

Trouw, 27 augustus 2016

Afscheid van de Hedwige

Het lot van de Hertogin Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen is beklonken. Over een paar jaar is de polder (uit 1907) langs de Westerschelde natuurgebied. Fijn voor de vogels. Maar wat gaan we missen aan de Hedwigepolder? Johan Nebbeling wandelt er rond. 

 Het oorverdovend ruisen van de populieren op de Engelbertstraat – vol in de wind – is bijna intimiderend. Proef ik razernij in dat tieren van de bladeren? Het zou zo maar kunnen. De hele Hedwigepolder is doortrokken van onderhuidse woede. De spandoeken en borden met ‘Ontpoldering? Nee!’ en ‘Stop de Groene Leugen’ tonen dat het besluit om deze polder ‘terug te geven aan de natuur’, zoals de politieke deal met België eufemistisch wordt genoemd, op weinig begrip kan rekenen.

Toch wordt binnenkort de dijk langs de Schelde doorgestoken en de rijke poldergrond ontgraven; de bomenrijen gerooid, de wegen opgebroken, de huizen en boerderijen gesloopt. Dan gaat de Hedwigepolder (weer) deel uitmaken van het Verdronken Land van Saeftinghe, het natuurgebied aan de andere kant van de Scheldedijk. Graan, aardappels, maïs, uien en andere gewassen maken plaats voor slikken en schorren, de habitat van vele vogelsoorten.

Cultuurlandschap

Wat gaan we eigenlijk missen aan de Hedwigepolder? Een mooi, kleinschalig Nederlands cultuurlandschap, blijkt als ik er op een doordeweekse dag rondwandel. In alle rust – afgezien van het ruisen van de bomen – want een populaire toeristische attractie is de Hedwige niet en nooit geweest. Groot evenmin, met een oppervlakte van nog geen 3 vierkante kilometer. Eigenlijk bestaat de polder uit niet meer dan een paar lange lanen met daartussen landbouwgrond.

De alomtegenwoordige populierenlanen en -bosjes zijn dé troef van de Hedwige. Mooie bomen zijn het, die populieren. Niet in het minst door dat niet aflatende, bijna hypnotiserende ruisen, waardoor je na verloop van tijd in een dromerige, contemplatieve stemming raakt. De hoge, dubbele rijen populieren geven het platte polderlandschap reliëf en markeren de kronkelige dijkjes en kaarsrechte wegen. Ze bakenen het open landschap af en maken het knus en overzichtelijk.

Petje

Een aantalhuizen staat al leeg; de bewoners hebben eieren voor hun geld gekozen en zijn vertrokken. Andere zijn nog bewoond, maar hun bewoners tonen zich niet. Op de wegen is het stil. Een enkele oudere wielertoerist, met nog zo’n ouderwets wielrenpetje; een echtpaar op elektrische fietsen; een pick-uptruck met twee groetende werklieden.

Zeldzaam verschijnsel hier: twee wandelaars die naderen over de eindeloos lange Engelbertstraat. Het zijn Gerrit en Tineke – “liever geen achternamen” – uit Dalfsen, überfitte vijftigers die op een camping staan in het nabije Hulst. Ze maken van de gelegenheid gebruik om – misschien als laatste mogelijkheid – de Hedwige te verkennen. Mooi, vinden ze het er. “Wat een waanzin dat ze dit onder water gaan zetten”, zegt Gerrit, geboren en getogen in de Noordoostpolder.

Op de velden staat de maïs al aardig hoog, het koren (is het tarwe?) schiet op en hier daar is gehooid, misschien voor het laatst. Op mijn nadering vliegen roofvogels – ik zie een buizerd en een bruine kiekendief – op, een chagrijnige reiger klapwiekt met tegenzin weg, een haas maakt zich rap uit de voeten.

Tegen de horizon steken de koeltorens af van de kerncentrale van Doel, de witte rookpluimen schuin afgebogen door de wind; op de achtergrond de kranen en installaties van de haven van Antwerpen. Dit groene, frisse polderland is omgeven door de onherbergzame, ontmenselijkte woestenij van het onverzadigbare havenbedrijf.

Afscheid

De Scheldedijk biedt uitzicht op de schuimende rivier, waar een enorm schip – de Cary Rickmers – door een sleepboot stroomopwaarts wordt getrokken. Het schorrenlandschap tussen dijk en water wordt bevolkt door ganzen, de vogels met het onnozelste voorkomen uit het vogelrijk (denk: Wammes Waggel) die zich niettemin – of juist daarom – hebben ontpopt tot de troetelschijtlijsters van de natuurbeschermers.

Aan de andere kant van de dijk neemt een Franstalige Belgische familie afscheid van hun mama, die met ronkende motor in een zware pickup-truck naar de bewoonde wereld vertrekt. De kinderen toeren na haar vertrek verloren rond op een lawaaiig brommertje.

Nederland en België gaan hier naadloos in elkaar over, de Hedwige ligt deels op Vlaams grondgebied. Wáár je bent, kun je zien aan de staat van de weg: goed onderhouden is Nederland, hobbelig en vol gaten is België.

Het Belgische deel van de polder is al ontgraven. Er is een nieuwe dijk aangelegd met een informatiecentrum en overal borden die trots vertellen over het ‘Hedwige-Prosperproject’ – ook de aangrenzende Belgische Prosperpolder wordt deels omgetoverd in nieuwe natuur.

Kerktoren

Prosperpolder is tevens de naam van een dorpje, waarvan de van verre zichtbare roodbruine kerktoren leven in de brouwerij belooft. Maar het blijkt niet veel meer dan een stoffig erf met een paar huizen. Het kerkje is gesloten.

Helemaal aan de andere kant van het gebied ligt Emmadorp. Ook een gehucht, maar er zit leven in. Niet in het minst door de aanwezigheid van het etablissement Het Verdronken Land, waarvan het interieur doet denken aan dat van een ouderwetse uitdragerij.

Op het terras overdenk ik – boerenboterhammen met oude kaas en mosterd onder handbereik –  het droeve lot van de Hedwigepolder. Hoe kan het dat, behalve een paar Zeeuwen, niemand zich druk lijkt te maken over de teloorgang van dit ooit moeizaam op de zee gewonnen polderland? Komt het omdat de Hedwige klein, onbetekenend en ver weg van alles is? Interesseert het gewoon niemand een biet? En is de ‘natuurwaarde’ – wat dat ook mag behelzen ? – van door mensenhanden gemaakte cultuurgrond per definitie inferieur aan die van evengoed door mensenhanden gemaakt natuur?

Binnen legt de bardame van Het Verzonken Land een nieuw plaatje op haar grammofoon. Met die mooie snik in haar stem bezingt countryzangeres Tammy Wynette haar zoveelste scheiding.

Kader

De Hertogin Hedwige Polder ligt langs de Schelde in het oostelijk deel van Zeeuws-Vlaanderen op de grens van Nederland en België en grenst aan Het Verdronken Land van Saeftinghe, in de middeleeuwen overstroomd land dat nu natuurgebied is. De polder is vernoemd naar Hertogin Hedwige de Ligne. Zij was de echtgenote van de opdrachtgever tot inpoldering, Hertog Engelbert van Arenberg. De wegen in de polder – die in 1907 werd drooggelegd – zijn vernoemd naar hun drie kinderen. In 2005 sloten Nederland en België een verdrag over de verbreding van de Schelde, waarbij – als compensatie voor natuur die daarbij verloren zou gaan – de Hedwige Polder zou worden ontpolderd en ‘teruggegeven aan de natuur’. Met name in Zeeland is fel geprotesteerd tegen  dat besluit, maar zonder resultaat. De ontpoldering stond voor dit jaar op het programma, maar vanwege nog lopende rechtszaken is nu 2018 de streefdatum. De Hedwigepolder is vanuit de Randstad het makkelijkst te bereiken via Antwerpen (er is geen openbaar vervoer). Horcea is er alleen in het gehucht Emmadorp, dat overigens niet onder water komt te staan. De VVV van de gemeente Hulst heeft een wandelroute van enkele kilometers uitgezet door de polder.

Naar homepage